In het Zuid-Limburg Magazine lees je het verhaal van Zuid-Limburg, gezien door de ogen van bekende en minder bekende locals. In onderstaand interview uit het Zuid-Limburg Magazine vertelt André Rieu over de bourgondische levensstijl. Lees je mee?
In het Zuid-Limburg Magazine lees je het verhaal van Zuid-Limburg, gezien door de ogen van bekende en minder bekende locals. In onderstaand interview uit het Zuid-Limburg Magazine vertelt André Rieu over de bourgondische levensstijl. Lees je mee?
Musicus en orkestleider André Rieu is wereldwijd de bekendste Limburger, op de voet gevolgd door Formule 1-coureur Max Verstappen. De violist vertelt op zijn kasteel in Maastricht waarom hij zo hecht aan het Limburgse landschap, de cultuur en de mentaliteit.
De reclame die André Rieu over de hele wereld voor Limburg maakt, is niet in marketingwaarde uit te drukken. ‘Overal waar ik speel, van New York tot Melbourne, vertel ik het publiek over de plek waar ik vandaan kom. Dat het hier zó mooi is en dat iedereen muziek maakt. Misschien een beetje overdreven, maar ik ben echt trots op Limburg.’
Wat de charismatische stehgeiger het meest aanspreekt is het bourgondische karakter van de Limburgers. ‘Dat is een algemene term, maar ik geloof dat die hier echt inhoud krijgt. Neem nou bijvoorbeeld 't Preuvenemint, het jaarlijkse eetfestijn op het Vrijthof in Maastricht. Ze hebben het overal proberen te kopiëren, maar dat is niet gelukt. Ik weet ook waarom: hier wordt dat gedaan vanuit het hart. Eigenlijk op een amateuristische wijze, in die zin dat het puur blijft, terwijl de uitvoering heel professioneel is.
Die combinatie is juist heel sterk. Dat merk ik ook in mijn orkest. Dat zijn allemaal professionele muzikanten met ten minste conservatorium en veel internationale ervaring. Maar het is ook één familie, althans zo voelt dat. Die sfeer binnen het orkest, die voelen de mensen in de zaal ook. En dat vind ik nou typisch Limburgs.’
Muziek is een belangrijke factor in de Limburgse samenleving. ‘Sterker nog, ik denk dat het mij nergens anders was gelukt om mijn stijl zo te ontwikkelen zoals ik dat hier heb kunnen doen. Het is begonnen met de 'Hiering biete-concerten' (de officieuze afsluiting van het carnaval, op Aswoensdag, red.) Die waren toen al heel gezellig, ook al waren ze klein van opzet als je ze vergelijkt met wat we nu doen. Ook die sfeer tijdens onze zomerconcerten op het Vrijthof, die vind je nergens. We krijgen de mensen overal wel aan het walsen hoor, maar hier is het toch wel héél speciaal.
De hele traditie van harmonieën, fanfares en schutterijen, die is heel belangrijk. Ik hoop dat die gezelschappen echt nog heel lang blijven bestaan. Dat zijn niet alleen gezellige verenigingen, maar vaak ook opleidingsinstituten. In veel grote orkesten in de wereld spelen Limburgse blazers, dat zegt heel veel. Muziek zit in ons bloed. En zo is het ook met de taal. Ik ben echt een voorstander van dialect. Dat is niet iets doms, daar zitten juist heel veel klanken in. Net als invloeden van andere talen, zoals het Frans en het Duits. Ik hoop ook dat die talen weer meer terugkomen op de scholen, want dat is belangrijk, dat we niet alleen Nederlands en Engels leren.’
Rieu koestert zijn kasteel en de bijbehorende tuinen, waarbij de mergelsteen een belangrijk element vormt. ‘Dat is de originele stijl. Het vergt aardig wat onderhoud, maar ik heb het er graag voor over. Ik hou van mooie dingen. Ik kan me herinneren dat ik als kind al naar de St. Pietersberg ging en vanaf daar kon je kijken over het Maasdal en het Heuvelland, prachtig. Ik kan me voorstellen dat mensen uit de rest van het land echt het gevoel hebben dat ze hier in het buitenland zijn.
Het is hier ook anders. Als je de Jekervallei bekijkt, richting Château Neercanne, dat is toch echt Frankrijk. Ook het Heuvelland heeft mijn hart gestolen. Vroeger traden we met het Salonorkest geregeld op in Slenaken, daar was een rusthuis dat gerund werd door de Partij van de Arbeid. En die huurden ons in als een soort huisorkest. Van daaruit had je een prachtig uitzicht.’
De Maastrichtse orkestleider ontvangt regelmatig bekende artiesten uit binnen- en buitenland. ‘Allemaal vinden ze het fijn hier. Meestal kenden ze het niet van tevoren, maar als ze er eenmaal zijn, dan raken ze verliefd. Van André van Duin tot Anthony Hopkins. Nu moet ik erbij zeggen dat we hen ook in de watten leggen natuurlijk, zowel mijn familie als mijn orkest. Maar ook dat zit in ons, zo zijn we.’
Hoe positief André Rieu ook is over zijn eigen streek, hij vindt wel dat we wat minder bescheiden zouden mogen zijn. ‘We hoeven niet overal te gaan opscheppen, maar ik vind wel dat we ons wat trotser mogen tonen over waar we vandaan komen, en dat we op die manier ook wat meer promotie mogen maken. Want we wonen echt in een unieke omgeving.’
Tekst: Jo Cortenraedt