Zuid-Limburg in de prehistorie
Zuid-Limburg ligt aan de noordrand van een gebied dat eigenlijk altijd bewoond is geweest, met uitzondering van enkele ijstijden. Voor Europese begrippen is dat niet zo bijzonder, voor Nederlandse begrippen wel. ‘Waar in Limburg de grond niet alleen redelijk droog was, maar ook nog eens super vruchtbaar – en dat is nog altijd zo - werden de noordelijkere regionen gekenmerkt door natte veenbodems.’
Dus toen de kennis over landbouw en wonen in een nederzetting na zo’n 3000 jaar vanuit Mesopotamië (het huidige Irak) Europa bereikte, waren jagers en verzamelaars in Zuid-Limburg direct op de juiste plek om zich daadwerkelijk te huisvesten. ‘Ze leerden dat je beesten veel beter bij je kon houden dan erop te jagen. Zo vormden zich hier de eerste dorpen van Nederland. Dat was een enorme revolutie in het denken van de mens. Deze vormt nog steeds de basis voor onze huidige maatschappij.’
In de rest van Nederland werden de eerste dorpen pas zo’n 700 jaar later gevestigd. Een voorsprong die heeft geresulteerd in een interessant spanningsveld, dat je vandaag de dag nog steeds kunt zien. ‘In het Limburgse Stein, gevestigd op aan die noordrand van waar de eerste boeren zich vestigden, zijn typische boerenwoningen gevonden naast de vertrekken van de jagers en verzamelaars. Die herkennen we aan verkleuringen in de grond en wat typische potjes en pannetjes.’