Zuid-Limburg is een van de weinige plekken waar het krijt zichtbaar aan de oppervlakte komt. Het maakt de streek ook in cultuurhistorisch opzicht uniek. ‘Krijt is de rode draad in de geschiedenis van Zuid-Limburg en trouwens ook van de gebieden net over de grens’, aldus de Maastrichtse cultuurhistoricus Pieter Caljé. Mensen hebben de hele geschiedenis door gebruikgemaakt van de krijtondergrond. Om te overleven, voor hun welvaart, voor hun veiligheid en voor hun cultuur.
Geloof het of niet, maar ook in vroeger eeuwen gingen Limburgers weleens naar de bouwmarkt. Om mergelsteen te kopen voor de bouw van huizen en boerderijen. Of kalk voor het vruchtbaar maken van het land. In de oudheid draaide alles om vuursteen, een keihard materiaal dat voorkomt in de Zuid-Limburgse kalk- en krijtbodems. ‘Voor de prehistorische mens was het wat het mobieltje is voor de mensen van vandaag’, aldus Pieter Caljé. ‘Je kon er naar de inzichten van destijds zo’n beetje alles mee wat nodig was om te overleven. Iedereen wilde het hebben.’
Praat een uurtje met de Maastrichtse cultuurhistoricus, en het Zuid-Limburgse landschap komt tot leven. Krijt is geen levenloos product, maar juist een bron van leven, is de kern van zijn verhaal. ‘Dat is altijd zo geweest. Krijt vormt onze band met de mensen in de middeleeuwen, maar ook met onze verre voorouders in de prehistorie.’