~ Longread ~
Van rijkste naar armste regio van het land om vervolgens stapje voor stapje de weg terug omhoog te vinden. Zo zou je in één zin de laatste honderd jaar van de vroegere mijnstreek in Zuid-Limburg kunnen samenvatten. ‘De trots is terug’, zeggen Marcia Luyten, auteur van het boek 'Het geluk van Limburg', en haar hoofdpersoon, zanger en cabaretier Jack Vinders.
Als kind moest Jack Vinders op school een rijtje namen van buiten leren: Domaniale, Willem-Sophia, Laura, Julia, Oranje-Nassau I, II, III en IV, Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits. Voor het merendeel koninklijke namen, toebehorend aan de steenkolenmijnen in de Limburgse mijnstreek. Daar hoorden ook de namen van de mijnzetels bij: Kerkrade, Spekholzerheide, Eygelshoven, Heerlen, Schaesberg, Heerlerheide, Heksenberg, Terwinselen, Hoensbroek, Brunssum en Geleen.
Schrijfster Marcia Luyten, opgegroeid in het landelijke Wijnandsrade en al jaren woonachtig in Amsterdam, begon zich op latere leeftijd vanuit haar journalistieke werk te interesseren voor haar geboortestreek. Zij ging op onderzoek uit en in 2018 voltooide Luyten 'Het geluk van Limburg', een alom geprezen boek over de opkomst, de ondergang en het langzame herstel van de mijnstreek. Het boek was voor haar ook een hernieuwde kennismaking met en ontdekkingsreis in het Zuid-Limburg van toen. De rode draad is een Kerkraadse familiegeschiedenis, verteld door Jack Vinders, telg uit een katholiek mijnwerkersgezin.