We wandelen hier door een oude, voormalige arm van de Maas. Die ligt nu een eindje verderop, maar die rivierklei maakt de bodem erg vruchtbaar en dat is de merken aan de weelderige groei van de planten. Het lijkt soms wel een oerwoud. Ik kan onwijs genieten om door een jungle van natuur te lopen. Het is ook een beetje spannend, want door de dichte begroeiing zie je niet waar je heen gaat. De bramen zijn al rijp aan het worden. Toch even eentje proeven die hoog genoeg hangt, zodat er geen vossen of honden bij kunnen.
Boven de Middelsgraaf (met de fraaie witte bloemschermen van gewone engwortel) schieten weidebeekjuffers heen en weer. In de zon zijn ze te snel voor een foto. Een bloedrode heidelibel besluit wel even mee te werken. Steeds weer keert hij naar hetzelfde blaadje terug. Hier is het lekker uit de wind en ja hoor, ook een eerste boomkikker is present! Het is wel goed zoeken, want ze zijn klein en zo groen als een jong bramenblaadje. Het is wel belangrijk dat het leefgebied in stand blijft, zorg daarom dat je altijd op het pad blijft en niet de bramen vernielt. Minder leefgebied betekent immers minder boomkikkers. Ze zijn fascinerend om te zien. Met hun zuignaphandjes houden ze zich vast. In rust zitten ze vaak heerlijk voor zich uit te doezelen, aangezien het echte nachtbrakers zijn.