Zoals ik onlangs ook blij werd in de Lindenlaan in Valkenburg nabij de Franse Molen. We stonden op het einde van een wandeling op de brug een moment naar de snelstromende Geul te kijken. Bij een mergelgevel ging mijn blik als het ware automatisch omhoog. Alsof daar iets was dat ik beslist moest zien.
Het iets was er inderdaad. In een beschadigde hoeksteen zag ik een stenen beeldje van opnieuw Maria. Deze houdt het kindje Jezus voor zich. Het is alsof er een mini-Lourdesgrot in de hoeksteen is gebeiteld, maar het gat blijkt te zijn ontstaan door een granaatinslag in september 1944 tijdens de bevrijding van Valkenburg. Opnieuw een onverwachte kleine curiositeit op mijn pad.
Tijdens wandelingen kijk ik doorgaans om mij heen. Naar links, naar rechts, omhoog, omlaag om vooral niets te missen. Dat is handig, zeker als je een route moet beschrijven. Al kijkend zie ik naast interessante insecten, bloeiende bloemen en prachtige paddenstoelen ook verhalen die verteld willen worden zoals bij kerken en kastelen. En op de meest vreemde plekken ontdek ik kleine rariteiten, die ik meteen vastleg.
Soms zijn het glimlachmomentjes. Zoals de verzameling kaboutertjes nabij de Eyserbeek in de Piepert in de buurt van Eys of het eenzame kaboutertje in een boomholte dat we ontdekten tijdens de afdaling van de Cauberg richting Geul.
Vaak is het klein religieus erfgoed dat we wandelend ontdekken. Crucifixen en wegkruisen kom je in Zuid-Limburg bij wijze van spreken op elke straathoek en elk kruispunt van wegen tegen. Maar soms moet je echt goed uit je ogen kijken om niet aan een crucifix voorbij te lopen. Dan ontdek je een stuk hoger in een boom een Jezuke aan een houten kruisje of een vergeten exemplaar aan de zijmuur van een schuur deels verstopt achter klimop.
Klein is niet groot, maar hoeft daarom niet onbeduidend, onbetekenend, petieterig of prullerig te zijn. Integendeel zou ik zeggen. Er is ook zoiets als kleine schoonheid. Een voormalig letterkundig genootschap in Leiden had als devies: Minima crescunt. Hetgeen zoveel betekent als: ‘op den duur wordt het kleine groot’. Aan dit devies klamp ik mij maar vast als ik al wandelend spied naar kleine dingen, die samen onderdeel zijn van het groter geheel.
Saskia & Serge bezongen in de jaren zeventig van de vorige eeuw deze minima als volgt: 't Zijn de kleine dingen die het doen, die het doen. 't Zijn de kleine dingen die het doen. Of, zoals ik onlangs in een interview las in verband met positief denken in deze tijden van lockdown en avondklok: ‘Genieten van kleine dingen maakt het leven groter.’